Artikel_Header_1920x600_Krankenhausneubau

Bacteriën in het drinkwater van een nieuw ziekenhuis: oorzaken, sanering en advies

7 minuten leestijd

Sanitaire kranen kunnen door reeds aanwezige besmettingen verontreinigd worden. Voor een succesvolle sanering is het belangrijk om de oorzaak van de besmetting te achterhalen en te verhelpen. Er is een specifiek risico als in een ziekenhuis vlak voor de ingebruikname de bacterie ‘Pseudomonas aeruginosa’ wordt ontdekt, die in bepaalde omstandigheden gevaarlijk voor de gezondheid kan zijn.

Bij een eerste onderzoek van een nieuw ziekenhuis werden op enkele aftappunten hogere aantallen ‘algemene kolonies’ en Pseudomonas aeruginosa vastgesteld. Aangezien bij een routinecontrole volgens DIN ISO 19458 via de kranen een monster van slechts 100 ml werd genomen, kon geen uitspraak worden gedaan over een mogelijke besmetting van de voorgaande installatie. Nu moesten geschikte plaatsen en technieken voor de monstername bepaald worden.

Belangrijkste doelstellingen van het onderzoek

Een van de belangrijkste voorschriften voor microbiologische monstername bij drinkwaterinstallaties is DIN EN ISO 19458 (waterkwaliteit – monstername voor microbiologisch onderzoek). Dat onderzoek heeft hoofdzakelijk drie doelstellingen:

  • Met doelstelling a) wordt het water van de waterleverancier tot aan de watermeter beoordeeld. Daarom moet de leiding voor de monstername altijd grondig gespoeld worden. 
  • Met doelstelling b) wordt gecontroleerd of bij de aftrapkranen drinkwater in de hoge kwaliteit van de waterleverancier beschikbaar is. Daarom gebeurt de monstername hier zonder straalregelaar of doucheslang, de uitloopzone wordt gedesinfecteerd en een kleine hoeveelheid water laat men weglopen. Dat is belangrijk omdat bij deze onderdelen vaak bacteriën voorkomen, afkomstig uit de lucht of van gebruiksvoorwerpen, zoals een poetsdoek, die het resultaat kunnen vertekenen. 
  • Met doelstelling c) wordt het drinkwater getest zoals het uit de kraan komt: via de straalregelaar of doucheslang, zonder voorafgaande desinfectie en zonder water te laten weglopen. Met onderzoek volgens doelstelling c) kan men bijv. nagaan of een verbruiker bij het gebruik van het water uit deze kraan een ziekte opgelopen kan hebben. 

Is de besmetting lokaal of systemisch?

Het behoud van de waterkwaliteit in gebouwen is gebaseerd op regelmatige waterverversing via alle aftappunten. Zo wordt de temperatuur in de installatie gerespecteerd, aangezien koud en warm water regelmatig tot aan de aftappunten gebracht worden. Het aankomende water moet daarbij microbiologisch in orde zijn. Om die reden moet de monstername in stappen gebeuren. 

Als het drinkwater uit een verdeelleiding in orde is, maar de monstername conform ISO 19458 doelstelling b) dat niet is, kan men vermoeden dat de kraan besmet is. In dat geval zijn er drie mogelijke oorzaken, die door monstername opgehelderd moeten worden:
Geval 1) Waren de kranen en andere onderdelen al besmet bij de installatie? 
Geval 2) Werden de kranen en onderdelen door de vorige installatie besmet? 
Geval 3) Werden de aftappunten besmet via de straalregelaar, omdat daar onvoldoende waterverversing plaatsvond? 

Voorafgaande besmetting als oorzaak

In het betreffende ziekenhuis kon de oorzaak van de besmetting door systematische analyse van de resultaten en de toekenning in het strengenschema bepaald worden. Bij de vergelijking van de resultaten in de verdiepingen met drukverhogingsinstallatie (verdieping 3, 4 en 5) en zonder drukverhogingsinstallatie (verdieping -1, 0, 1 en 2) werd het volgende vastgesteld: Pseudomonas aeruginosa werd enkel aangetroffen op de verdiepingen die door de drukverhogingsinstallatie van water werden voorzien. In de lagere verdiepingen lag het aantal kolonies weliswaar vrij hoog, maar was geen Pseudomonas voorhanden. Aangezien daar dezelfde kranen geplaatst zijn als op de besmette verdiepingen, kon men ervan uitgaan dat de kranen op de 3e tot 5e verdieping het ‘slachtoffer’ geworden waren van een voorafgaande besmetting. Deze moest dus bij de voorafgaande installatie tot aan de drukverhogingsinstallatie worden gezocht. De geplaatste drukverhogingsinstallatie bestond uit twee pompen, die beurtelings werden gebruikt. Ze werden getest en er werd sporadisch bewijs van Pseudomonas aeruginosa aangetroffen. De besmette drukverhogingsinstallatie was dus de oorzaak en bijgevolg het belangrijkste beginpunt voor een snelle en duurzame sanering. De drukverhogingsinstallatie en de hele installatie werden gedurende twee maanden intensief gespoeld en per afdeling bij het laatste aftappunt thermisch gedesinfecteerd. Bovendien werd de werking van de drukverhogingsinstallatie hygiënisch geoptimaliseerd door het interval tussen beide pompen tot 60 minuten te beperken. 

Advies voor de praktijk

Af fabriek met water gevulde onderdelen kunnen niet altijd vermeden worden. De vakplanologen kunnen echter bij de aanbesteding al van zoveel mogelijk onderdelen eisen dat deze bij de fabrikant droog getest worden – zoals bij SCHELL gebeurt. Als dergelijke onderdelen niet beschikbaar zijn, moet de fabrikant maatregelen treffen en aanwijzingen geven voor een hygiënische behandeling ervan. Bij gebouwen met hogere hygiënische eisen is het daarenboven aanbevolen om de installatie per afdeling te vullen – telkens in combinatie met een microbiologische monstername en vrijgave. 

Ondertussen worden steeds vaker elektronische kranen gebruikt in gebouwen met hogere hygiënische eisen om ook bij gebruiksonderbrekingen een geautomatiseerde waterverversing te garanderen. Dat levert een bijdrage aan het behoud van de waterkwaliteit, een zuinige werking en een juridische garantie voor de exploitant.