Voorzichtig bij koudwaterleidingen: legionella en Pseudomonas aeruginosa vermijden
Drinkwater is ons belangrijkste levensmiddel – en toch houdt het risico's in als drinkwaterinstallaties niet naar behoren gepland, geïnstalleerd en gebruikt worden. Voor het behoud van de drinkwaterkwaliteit en als vermijding van een buitensporige vermenigvuldiging van bacteriën die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, zoals legionella of Pseudomonas aeruginosa, zijn twee aspecten cruciaal: regelmatige waterverversing ten minste om de 72 uur en de naleving van temperatuurgrenzen voor warm en koud drinkwater. Zeker hoge koudwatertemperaturen zijn de voorbije jaren vaak de oorzaak van hygiënische risico's in het drinkwater van gebouwen. Met doelgerichte bouwkundige en technische maatregelen bij het gebruik kunnen ontwerpers en exploitanten een ontoelaatbare verwarming van het koud water en dure saneringen echter prima voorkomen.
Legionella en Pseudomonas aeruginosa: wat is dat eigenlijk?
Legionella spec. en Pseudomonas aeruginosa zijn staafvormige bacteriën, die in extreem lage concentraties van nature in drinkwater aanwezig kunnen zijn, maar in hoge concentraties ernstige gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Zeker kwetsbare en zieke personen lopen risico, waardoor deze bacteriën in de gezondheidsbranche een belangrijke indicator zijn voor een onberispelijke drinkwaterhygiëne.
Vergelijking van legionella en Pseudomonas aeruginosa
De volgende tabellen vergelijken de belangrijkste eigenschappen van Pseudomonas aeruginosa en Legionella spec.:
Oorzaken van een besmetting van koudwaterleidingen
Al ongeveer tien jaar zijn er in koudwaterleidingen vaker problemen met legionella dan in warmwaterleidingen. Twee belangrijke redenen daarvoor zijn de steeds dichtere gebouwomhulsels evenals zogenoemde 'luxe-installaties' met steeds meer en ingewikkeldere leidingen en warmtewisselaars met koud water in lussen en tegelijk circulerend warm water in de voorwanden.
Technisch zwakke schakels in de drinkwaterinstallatie
Voor een hygiënisch onberispelijke drinkwaterkwaliteit moet de temperatuur in warm drinkwater op elk aftappunt minstens 55 °C bedragen na afvoer van 3 liter en in koud drinkwater minder dan 25 °C, eveneens na afvoer van 3 liter. In de praktijk zijn er echter talrijke bouwkundige factoren die een ontoelaatbare verwarming van het koud water en een risico op besmetting kunnen veroorzaken.
- Moderne bouw Te grote, hydraulisch nauwelijks te regelen drinkwaterinstallaties met te veel aftappunten. Ze kunnen in vergelijking met moderne installaties met T-stukken een tot 29% grotere oppervlakte hebben, die meer vermijdbare warmte opneemt (in koud drinkwater) en deze warmte in een tot 25% groter watervolume opslaat. Het gevolg zijn hygiënische risico's.
- Het ontbreken van thermische scheiding tussen warm- en koudwaterleidingen (bijv. gezamenlijke stijgschachten met leidingen voor warm en koud water, te hoge temperaturen in technische centrales) veroorzaakt een ongewenste aanvoer van warmte in het koude water.
- Complexe drinkwaterinstallaties met hygiënische risicovolle en vermijdbare circulatieleidingen in de voorwanden, hoewel voor afzonderlijke leidingen de 3-literregel geldt. Het gevolg zijn te hoge temperaturen in het koud water en meer verlies van circulatiewarmte.
- Door besmette onderdelen (bijv. door dichtheidstesten met water in de fabriek) kunnen in de drinkwaterinstallatie al voor ingebruikname micro-organismes aanwezig zijn, vooral Pseudomonas aeruginosa.
Invloed van werking en gebruik
Naast bouwkundige aspecten speelt vooral de reglementaire werking en in dat verband hoofdzakelijk het regelmatige gebruik van alle aftappunten een doorslaggevende rol voor het behoud van de drinkwaterkwaliteit in gebouwen. Drinkwaterinstallaties moeten dus regelmatig, maar ten laatste na 72 uur, via alle aftappunten gespoeld worden. Bij het ontwerp en de uitwerking moet rekening gehouden worden met de werkingsomstandigheden en met veilige temperaturen in het warme en koude water. Elk niet regelmatig gebruikt aftappunt wordt een dode leiding, ongeacht het type leiding. Bovendien moet de werking van alle onderdelen regelmatig worden gecontroleerd en zijn onderhoudsmaatregelen nodig om de veilige toestand van alle onderdelen te garanderen. Ook deze taken behoren tot de reglementaire werking, die in geen geval beperkt mag worden tot een regelmatige en volledige waterverversing.
Verplichtingen van de exploitant
Om een reglementaire werking te garanderen en een overmatige vermenigvuldiging van bacteriën te voorkomen, moet het water regelmatig – ten laatste echter om de 72 uur – volledig en via alle aftappunten ververst worden. Dat is volgens § 13 van de Duitse drinkwaterverordening een verplichting van exploitanten. Bij de werking moeten daarenboven ten minste de algemeen erkende regels van de techniek worden nageleefd. Conform DVGW en VDI vereist dat een regelmatige en volledige waterverversing via alle aftappunten. Alleen zo blijft de waterkwaliteit in gebouwen behouden. Hiervoor bestaat geen vervanging door een specifieke soort leidingen of waterverversing enkel via laatste spoelstations. Die kunnen echter wel als ondersteuning dienen.
Verplichting tot onderzoek naar legionella in koud water
Als men vermoedt dat het koud water te warm wordt, moet dat op legionella worden onderzocht (DVGW W 551 (A)). Dat kan gemakkelijk gecontroleerd worden: als na de afvoer van 3 l de temperatuur van het koude water hoger ligt dan 25°, gemeten in een volume van 250 ml (VDI 6023, blad 1), is dat vermoeden bevestigd. De regel voor een afvoer van 30 sec. volgens DIN 1988-200 mag door deze actuelere en veel exactere voorwaarden in principe niet meer toegepast worden.
Actieve maatregelen: zorgen voor drinkwaterhygiëne tijdens de werking
Zelfs een goed doordacht, op hygiëne gericht ontwerp van een drinkwaterinstallatie is vergeefse moeite als bij de latere werking geen regelmatige en volledige waterverversing via alle aftappunten plaatsvindt. Tip: verhuurders van industriële ruimtes of woningen moeten hun huurders wijzen op de noodzaak om alle aftappunten regelmatig te gebruiken en ze moeten dat aspect al in de huurovereenkomst vastleggen. Bovenop het normale gebruik zijn de volgende maatregelen nodig om optimaal bij te dragen aan het behoud van de drinkwaterkwaliteit.
- Regelmatige stagnatiespoelingen bij gebruiksonderbrekingen van meer dan 72 uur: ofwel handmatig ingesteld en uitgevoerd met spoelplannen of – veel efficiënter – geautomatiseerd met een watermanagementsysteem zoals SWS van SCHELL.
- De temperatuur in warm en koud drinkwater bewaken met temperatuursensoren: Met SWS van SCHELL kunnen stagnatiespoelingen tijd- en temperatuurgestuurd worden geactiveerd. Zo wordt onmiddellijk automatisch ingegrepen als temperatuurgrenzen worden over- of onderschreden.
- Regelmatige onderhoudswerkzaamheden uitvoeren (inspectie, onderhoud, aanpassingen enz.) volgens de instructies van de fabrikant en DIN EN 806-5.
Andere uitgebreide aanbevelingen en details over passieve en actieve maatregelen voor de naleving van de temperatuur voor koud drinkwater volgens de normen en voor de vereiste hygiëne staan in de BTGA-handleiding voor de praktijk ‘Hoe houd ik koud water koud’.
Garandeert waterkwaliteit en temperaturen door een regelmatige en volledige waterverversing: SCHELL-SWS
Het behoud van de drinkwaterkwaliteit is een essentiële verantwoordelijkheid voor ontwerpers en exploitanten van drinkwaterinstallaties. Ze moeten daarbij bijzondere aandacht schenken aan de koudwaterleidingen, aangezien daar het risico op een buitensporige vermenigvuldiging van legionella en vooral Pseudomonas aeruginosa erg hoog is. Door een optimale planning en uitvoering van de drinkwaterinstallatie (passieve maatregelen) en hygiënische werking (actieve maatregelen) kunnen een overmatige opwarming van het koud drinkwater en besmetting doeltreffend worden voorkomen. Watermanagementsystemen zoals SWS van SCHELL zorgen tijdens de werking voor een uiterst efficiënte en veilige oplossing door tijd- en temperatuurgestuurde stagnatiespoelingen.