Onze innovatieve en duurzame producten worden in talloze gebouwen gebruikt. Daar leveren ze een bijdrage aan het behoud van de drinkwaterhygiëne en aan de bescherming van de gezondheid van gebruikers.
Lees in onze blog interessante weetjes over drinkwaterhygiëne, ontdek onze SCHELL-producten en verneem spannende feiten en handige informatie over het thema water.
Ontwerp van de nieuwe DVGW W 551-1 (A): een nieuwe mijlpaal ter voorkoming van legionella
Ontwerp van de nieuwe DVGW W 551-1 (A): een nieuwe mijlpaal ter voorkoming van legionella
DVGW W 551-1 (A) is de belangrijkste technische regelgeving om legionella in drinkwaterinstallaties te vermijden en te beoordelen. Ook bij het nieuwe ontwerp van DVGW W 551-1 (A) staan drie doelstellingen centraal, namelijk legionella vermijden, besmettingen herkennen en succesvol saneren. 21 jaar na de publicatie van de vorige versie kreeg het werkblad een nieuwe structuur, werden de teksten herwerkt en aangevuld, belangrijke begrippen nauwkeurig gedefinieerd en kregen het thema koud water en een deskundige staalafname veel aandacht.
Dr. Peter Arens, hygiënisch expert bij SCHELL en lid van de bevoegde werkgroep, vatte enkele belangrijke nieuwigheden samen:
DVGW W 51-1 (A) behandelt niet de risico’s op infectie
In de plaats daarvan zijn er “uitspraken over een technisch-hygiënische beoordeling van drinkwaterinstallaties en een mogelijke besmetting met legionella van de drinkwaterinstallatie zelf. Daarbij wordt geen rekening gehouden met een mogelijke infectie met legionella.” De reden daarvoor is de legionella-paradox: omdat legionella in verschillende mate gevaarlijk kan zijn, zijn er soms ondanks een hoge concentratie aan legionella geen gevallen van ziekte, terwijl er zich bij lagere concentraties infecties voordoen. Bepaalde groepen, zoals mannen boven 55 jaar, lopen een hoger risico.
Begripsbepalingen (selectie)
De reglementaire werking (paragraaf 3.2) wordt volledig gedefinieerd als “... regelmatig gebruik van alle aftappunten...” met “... naleving van de temperatuureisen, regelmatige controle op werking evenals de uitvoering van de vereiste onderhoudsmaatregelen...”.
Voorts worden de begrippen grote en kleine installatie behouden om de communicatie aan de hand hiervan te vereenvoudigen. In de Duitse drinkwaterverordening zijn deze begrippen helaas weggevallen. Hier wordt ook gedetailleerd aangegeven dat er sprake is van een grote installatie met verplicht onderzoek in een gebouw met meer dan twee gebruikerseenheden als het volume in het langste stroomtraject tussen de drinkwaterverwarmer en het aftappunt meer dan 3 l bedraagt. Daardoor is in principe een circulatie van het warm water noodzakelijk – ook achter woningstations voor de drinkwaterverwarming. In dergelijke omstandigheden geldt ook voor zulke drinkwaterinstallatie een verplicht onderzoek.
Enkel verdergaand onderzoek in gezondheidsinstellingen
In paragraaf 6.2 wordt benadrukt dat de omvang van systeemonderzoeken erg verschilt, afhankelijk of het om gezondheidsinstellingen of andere gebouwen gaat. Volgens advies van het Umweltbundesamt (Duitse federale dienst voor milieu) uit 2006 moet in gezondheidsinstellingen principieel verdergaand onderzoek plaatsvinden. Daarnaar verwijst ook het ontwerp van DVGW W 551-1 (A). In de praktijk zijn zelfs vaklui vaak niet op de hoogte van dit verschil.
Deskundige staalafname
Voor het eerst wordt nu in regelgeving de nauwkeurige werkwijze bij de keuze en staalafname van aftappunten voor onderzoek naar legionella en voor de meting van aftap- en systeemtemperaturen vermeld. Met behulp van staalafnamekranen kan men ook bij mengwaterkranen vaststellen of legionella zich in warm of koud water bevindt en wat de systeemtemperatuur zonder bijmenging zou zijn.
Staalafname-haakse-kraan met vandalismebestendige bediening. Bovendien kan de buis voor staalafname verwijderd en de uitgang ervan afgesloten worden.
Staalafnamekraan PROBFIX met aansluiting voor kraanslangen om later tussen de haakse-kraan en de kraan te plaatsen. Voor de montage moet enkel de aanwezige haakse-kraan worden afgesloten.
Belangrijk: Bij alle elektronische kranen zijn het warm en koud water rechtstreeks met elkaar verbonden. Als bescherming tegen doorstroming (van warm naar koud en omgekeerd) is daarom altijd een werkende terugslagklep van het type EB nodig. Voor de staalafname moet principieel een van de haakse-kranen gesloten worden zodat geen mengwater getest wordt.
Koud water testen?
Andere vernieuwing: bij elke geselecteerde plaats voor staalafname van warm water moet in de toekomst ook de temperatuur van het koud water bepaald worden. Als dat na afvoer van 3 liter in een volume van 250 ml hoger ligt dan 25 °C, moet meteen ook het koud water getest en in het laboratorium op legionella onderzocht worden.
Systeem- en verdergaand onderzoek
De huidige praktijk werd behouden. Wijzigingen bij het systeemonderzoek zijn mogelijk als het Umweltbundesamt (Duitse federale dienst voor milieu) deze na een hoorzitting van de drinkwatercommissie opnieuw bepaalt. In de woningsindustrie zou dat zinvol zijn: de huurder is verantwoordelijk voor de waterverversing in zijn woning, niet de verhuurder. Deze kan alleen garanties geven voor de centrale installatie. Daarom wordt besproken of in de toekomst het langste stroomtraject weliswaar nog steeds doorslaggevend blijft, maar de staalafname plaatsvindt bij het eerste in plaats van bij het laatste aftappunt. Zo zou de verantwoordelijkheid duidelijk afgebakend zijn.
Drinkwater is een bederfelijk levensmiddel. Ontoelaatbare wijzigingen kunnen zonder hulpmiddelen echter niet vastgesteld worden. Daarom is een regelmatig onderzoek van het drinkwater in vele gebouwen wettelijk verplicht.
Weigering van resultaten mogelijk
Als niet reglementair gebruikte aftappunten bij een systeemonderzoek getest worden, volstaat “... dat niet voor de beoordeling van de hygiënische omstandigheden in de hele drinkwaterinstallatie. Daardoor kan het hele onderzoek geweigerd worden door de gezondheidsdienst.“ Dat is een duidelijke veroordeling van een werkwijze bij staalafname die steeds weer voorkomt en hoge kosten met zich meebrengt.
Temperatuurmetingen
In het ontwerp van het werkblad zijn er twee soorten temperatuurmetingen: in het kader van systeem- en verdergaand onderzoek evenals voor risicobeoordeling door deskundigen. Hiervoor gelden verschillende eisen. Belangrijk voor de praktijk: er is geen verplichting om de temperatuur regelmatig te documenteren – hoewel dat zinvol is om risico's tijdig te herkennen. Bij systeemmetingen zijn geen dataloggers nodig, de temperatuur wordt in het water van de staalafname gemeten. Enkel bij besmettingen of te lage temperaturen zijn verdere metingen en documentatie verplicht met hogere eisen inzake nauwkeurigheid. De basis van beoordelingen zijn gemiddelde temperaturen, geen kortstondige afwijkingen – belangrijk om onnodige saneringen te vermijden.
Nieuwe werkwijze bij de meting van de systeemtemperatuur
De meting werd opnieuw gedefinieerd: in plaats van, zoals tot nu toe, te wachten op een constante temperatuur, moet deze nu plaatsvinden na een afvoer van iets meer dan 3 liter in een volume van 250 ml. Dat bespaart tijd, vermindert kosten en geeft meteen een aanwijzing over de kwaliteit van de installatie. Als daarbij 55 °C bij warm resp. maximum 25 °C bij koud water wordt bereikt, geldt dat de regel voor 3 liter werd nageleefd.
Lagere warmwatertemperaturen mogelijk
Nieuw in DVGW W 551-1 (A) (ontwerp) is de optie circulatie met 55 °C/50 °C uit te voeren – voor de optimalisering van warmtepompen. Voorwaarde zijn o.a.: planning volgens de algemeen erkende regels van de techniek, elektronische regelkleppen met temperatuurregistratie, nauwkeurige temperatuurmeting op diverse plaatsen inclusief vijfjarige bewaring van de resultaten, drie onderzoeken op legionella in het eerste jaar, geen aanwezigheid van legionella voor de verlaging (< 2 KB/100 ml), informatie aan verbruikers en gezondheidsdienst.
Energie wordt bijna alleen bespaard tijdens de opwarming van warm water, niet tijdens het verbruik zelf. Gevaarlijk voor de hygiëne: minder koudwaterverbruik kan legionella in het koud water bevorderen, zoals een project van TU Dresden aantoonde. In nieuwbouw moeten koudwaterleidingen daarom een kleinere dimensie hebben – dat geldt voor alle systemen met lagere temperaturen.
Belang van preventieve maatregelen
Het werkblad behandelt de drie bekenden categorieën voor preventie: primair (vermijding), secundair (vaststelling), tertiair (sanering). Deze zijn afkomstig uit de geneeskunde en geven de maatregelen een overzichtelijke structuur. De inhoud wordt bewust op verschillende plaatsen herhaald om storend bladeren te vermijden.
Primaire preventieve maatregelen
Centrale thema's zijn koud water en korte leidingen. Warm- en koudwaterleidingen moeten afzonderlijk gelegd worden, technische ruimtes mogen niet meer dan 25 °C zijn. Afzonderlijke leidingen voor warm water mogen niet geïsoleerd zijn – dat bespaart kosten en vermindert het risico op legionella.
De drinkwaterverwarming moet gebeuren in het verwarmingswater, boilers moeten gecontroleerd kunnen worden en dagelijks minstens tot 60 °C verwarmd worden. Er wordt een duidelijk standpunt ingenomen inzake desinfectie voor legionella: regelmatige thermische desinfectie is noch hygiënisch, noch energetisch zinvol en moet in bestaande gebouwen uitgeschakeld worden. Deze bereikt de kritische aftakkingen niet, maar belast alleen onnodig onderdelen.
Bron: Ontwerp van de nieuwe DVGW W 551-1 (A), pagina 36
Secundaire preventieve maatregelen
Deskundigen moeten een onderscheid maken tussen besmetting van het systeem en lokale besmetting. Dat moet expliciet in de order vermeld staan. Aan de basis voor deze maatregelen ligt een duidelijke risicobeoordeling. Geadviseerd is de eenvoudige 3x3-matrix uit het waterveiligheidsplan.
Begrippen voor de risicobeoordeling bij een besmetting met legionella
Risico: Combinatie van de waarschijnlijkheid en daaruit voortvloeiende omvang van de schade bij een gevaar in een drinkwaterinstallatie; altijd in betrekking op de betreffende drinkwaterinstallatie.
Waarschijnlijkheid: Waarschijnlijkheid dat de vastgestelde afwijking tot een vermenigvuldiging van legionella heeft geleid/leidt (bereiken van de technische waarde om maatregelen te treffen).
Omvang van de schade: (Mogelijke) omvang van een besmetting met legionella door de afwijking van de algemeen erkende regels van de techniek. Het gezondheidsrisico kan op deze manier niet ingeschat worden.
Tertiaire preventieve maatregelen
Voor sanering is tijd nodig. Cruciaal is de reglementaire werking door alle aftappunten regelmatig te gebruiken. Bij de overgang kunnen straalregelaars met een hoger debiet helpen.
Niet aanbevolen: een verhoging van de warmwatertemperatuur tot meer dan 65 °C, aangezien dat het koud water ongewenst opwarmt. Tot slot zijn er drie vrijgavecontroles na 1, 3 en 6 maanden.
DVGW W 551-1 (A): vermijden, herkennen, saneren
Het ontwerp van DVGW W 551-1 (A) zorgt voor een duidelijke structuur, nauwkeurig omlijnde begrippen en nieuwe technische instructies bij de voorkoming van legionella. Vooral de thema's koudwaterhygiëne, praktijkgerichte temperatuurmeting en verschillende preventieve maatregelen staan centraal. Het doel blijft drievoudig: vermijden, herkennen, saneren – nu up-to-date.
Feedback gewenst:
tot 31.08.2025 kan het professioneel publiek zich inlezen in het werkblad DVGW W 551-1 (A) van 43 bladzijden en voorstellen voor verbetering indienen.
Aansluitende thema’s
Oplossingen voor gebouwen -
Hygiëne van de gebruiker -
Hulp bij de planning -
Sanering -
Drinkwaterhygiëne
Geschiedenis van de drinkwaterhygiëne. Richtlijnen inzake drinkwaterhygiëne: een historisch overzicht. Drinkwater is ons belangrijkste levensmiddel. Als ziekteverwekkers, zoals legionella, zich...
Om gezondheidsredenen moeten drinkwaterinstallaties aan erg strenge eisen voldoen. Daartoe geeft de nieuw verschenen richtlijn VDI 6023, blad 1 zinvolle en belangrijke aanwijzingen voor het...
Ontdek alle SCHELL producten en oplossingen in onze brochures en productcatalogus. U kunt uw selectie meteen digitaal downloaden of laten opsturen naar een adres naar keuze.